Geschiedenis van de Vogelklas: hoe het begon
Rond 1950 werd bij de toenmalige schoolmeester Karel Schot een duif gebracht. Omdat hij graag biologieles gaf en ook zijn leerlingen interesse voor de natuur wilde bijbrengen, besloot hij het dier in de klas te verzorgen. Samen timmerden ze een hok voor hem en na een tijdje was de vogel weer opgeknapt en kon weer vrijgelaten worden. Al gauw werd vaker een zielige vogel meegebracht door de leerlingen. En langzamerhand kwamen er steeds meer zelfgebouwde hokken in de klas te staan.
Klas vol vogels
Uiteindelijk zelfs zoveel, dat de helft van de klas uit leerlingen bestond en de andere helft uit vogelhokken. Er was zelfs een speciale landingsbaan gebouwd voor de vogels, want die vlogen regelmatig los door de klas. Het was in die tijd helemaal niet vreemd als je je dictee zat te schrijven met een blauwe reiger naast je in de bank, of een jonge uil in je nek. En je had natuurlijk altijd een zakdoek paraat voor het geval er op je hoofd of trui gepoept werd. Dit raakte natuurlijk al snel bekend in de buurt en als iemand weer eens een gewonde of jonge vogel vond, zei men: “breng maar naar de Vogelklas van Karel Schot”.