Menu
Doneer!

Rust roest

28 september 2015 – Er zijn maar weinig vogels die zo goed een boom kunnen nadoen als de ransuil, het verenkleed van deze prachtige uil kan makkelijk doorgaan voor boomschors of zelfs dode bladeren. In de schemering en in de nacht, als ze jagen, hebben ze daar misschien niet zoveel profijt van, maar een ransuil overdag zie je zelden.

Eind september maken ransuilen zich op voor de winter. Uilskuikens maken en opvoeden doen ze met z’n tweeën, maar de winter brengen ze door in groepen. Al in het vroege najaar zoeken ransuilen elkaar op en bezetten ze een boom, waar ze overdag in ‘roesten’. Stilletjes zitten ze dan, soms wel met tientallen, te doezelen in zo’n roestboom. Als je het geluk hebt om op zo’n roestboom te stuiten (meestal te herkennen aan de uilenballen onderaan de stam), denk dan niet dat je er een massa tamme uilen in zult vinden. Roestende ransuilen rusten weliswaar, maar blijven waakzaam. En echt, er bestaat geen groter geluk dan een ransuil die je met zijn indringend oranje ogen recht in het gezicht kijkt. Vaak is dan ook de gezichtssluier goed zichtbaar: een slaperige ransuil heeft een egaal gezicht, maar bij een waakzaam exemplaar zijn ook de witte ‘gezichtslijnen’ heel goed te zien. En de ‘oorpluimen’, misschien wel het bekendste kenmerk van de ransuil: twee bundeltjes veren op de kop die rechtop staan als de uil alert is en plat liggen bij ontspanning. Horen kunnen ze er niet mee, daar hebben ze lagergelegen gehooringangen voor, maar die veren zouden makkelijk voor oren kunnen doorgaan. In de begeleidende foto’s zijn ze goed zicht- en onzichtbaar.

Soms krijgen we ze ook wel in De Vogelklas, meestal zijn het dan verkeersslachtoffers. En dan zijn het plotseling heel temperamentvolle vogels! Van dankbaarheid is bij Ransuilen doorgaans geen sprake; blazend laten ze ons weten dat ze helemaal niet van ons gediend zijn en als ze de kans krijgen, geven ze ons een kras of een beet cadeau. Toch snappen we dat best en dragen we ze dat niet lang na, daar zijn ze eenvoudigweg te mooi voor. En bovendien: sinds wanneer is temperament een slechte karaktertrek?